Als ik de deur van de gesloten afdeling achter me op slot heb gedraaid, loop ik terug naar de werkplaats. De struiken naast het pad bewegen. Op mijn hoede blijf ik staan. “Hallo, wie is daar?” Geritsel en onverstaanbaar gemompel. “Hallo?” Ik hoor een knetterende scheet. Ik aarzel, blijf staan. Even later zie ik weer beweging. Joost duwt met zijn handen de takken voor zich weg en stapt uit de struiken. Hij praat in zichzelf.
Terwijl de haartjes in mijn nek overeind staan loop ik met lood in mijn schoenen het tumult tegemoet. Dit gaat compleet tegen al mijn instincten in. Wat is er verdomme aan de hand? Er wordt hard gegromd, geschreeuwd en gebonkt. Ik zie dat een groepje medewerkers zich in een kring om Marc heen gevormd heeft. Hun snelle voetenwerk is indrukwekkend.